Arjan van Meeuwen
Frank Halmans

Het landschap, wijds en uitgestrekt. Een rivier die langzaam haar weg zoekt. Het lijkt zo vanzelfsprekend; elke plek toegankelijk, elke gebeurtenis zichtbaar. Toch blijkt elke keer opnieuw dat het landschap zich niet laat doorgronden, dat beschrijvingen tekort schieten, dat beelden het landschap niet vast kunnen leggen. De beperkingen van de onderneming worden zichtbaar, het landschap blijft onaangedaan door de pogingen het vast te leggen. Continu is in het landschap de rivier aanwezig, als een strenge en onverstoorbare bewaker van het ongrijpbare. De rivier bepaalt voor een groot deel de kracht van het landschap, ze scheidt de ene oever van de andere en vormt daardoor een onneembare barriere voor de toevallige wandelaar.

De geschiedenis. Wat zich gisteren afspeelde is voorbij, behoort zoals zoveel andere zaken tot het landschap aan de andere kant van de rivier. De geschiedenis houdt slechts tijdelijk de herinnering vast aan de gebeurtenissen die nog niet vergeten mogen worden. Op deze manier maakt het werk van Frank Halmans ook deel uit van de geschiedschrijving. Het is echter een geschiedschrijving waarin de aandacht niet uitgaat naar grote historische gebeurtenissen die hun plaats hebben in het centrum van de geschiedenis. Zijn geschiedenis is de geschiedenis van de periferie, van de dode vliegen in een raamkozijn, van de pepermuntpapiertjes in de kerkbanken, van de mottenballen in een kledingkast. De geschiedenis die zich niet afspeelt in het centrum, maar in de stoffige hoekjes en aan de vingervette randen van het kader.

De landkaart. Drie onbekende landkaarten worden gepresenteerd in houten lijsten, vakkundig gemaakt en netjes in de blanke lak gezet, Het glas in de lijst bevindt zich ruim vier centimeter voor de kaarten, het creeert afstand. In de tussenruimte liggen dode vliegen als resten van een andere tijd. De sfeer stamt uit een tijd dat aardrijkskunde nog een belevenis was, de tijd dat aardrijkskunde zicht bood op oneindige verten en onbekende horizonten. Op de kaarten lijken plaatsen te ontstaan war lijnen zich verdichten, waar richtingen samenkomen. De namen komen bekend voor, herinneringen aan sterrenhemels, vreemde landen of ruige berggebieden. Nadere beschouwing leert dat de kaarten geen concrete plek weergeven, maar dat ze zijn ontstaan op de onderliggende structuur van het papier. Het papier, spinnewebpapier uit oude fotoalbums, bepaalt de afstanden, de richtingen en de onderlinge afstanden tussen de plaatsen op de kaart. Wat hier wordt weergegeven is niet meteen duidelijk, maar het gaat zeker niet om een concrete plek op de aardbol. Het landschap van de kaarten bevindt zich meer in oude fotoalbums dan ergens op de geografische kaart. Hier worden geen bestaande plaatsen weergegeven, hier worden plaatsen in heden en verleden verbeeld. De kaarten bieden zicht op het landschap aan de andere kant van de rivier. Terra incognita. Ze vormen de orientatiepunten voor een reis in de verbeelding, een reis A la recherche du temps perdu.