Erik Hagoort, De Volkskrant 30 april 1999 |
Afzondering met sanseveria's in het vaandel |
Kunstenaar Frank Halmans wordt in meer slaapkamers tegelijk wakker.
Zodra hij zijn ogen open doet, maakt zijn geheugen een tour de
force. Hoe zag zijn slaapkamer aan de Bemelerberg 5 er ook alweer
uit? En zijn slaapkamer in Utrecht? Waar stand het nachtkastje,
hoe liepen de verwarmingsbuizen precies, hoeveel lades had de archiefkast,
uit wat voor materiaal bestond het plafond? Wanneer dat door zijn
hoofd gonst, gaat Halmans met zaag, gips en lijm aan de slag. Dan
laat hij zich door niets meer van zijn herinnering afleiden. Zonder
de hulp van foto's werkt hij aan de reconstructie van de vijf slaapkamers
uit zijn leven. In de schaduw van de Amersfoortse Lange Jan, in bet Centrum Beeldende Kunst van de provlncie Utrecht, presenteert Halmans zijn project: De slaapkamers waarin ik nog steeds wakker word (1996-). Een project dat gedoemd is opvoltooid te blijven. Steeds weer peutert Halmans, die in 1989 aan de Jan van Eyck academie in Maastricht afstudeerde, nieuwe details uit zijn geheugen tevoorschijn. De slaapkamers heeft Halmans in het klein uitgevoerd, elk ter grootte van een schoenendoos. Op elkaar gestapeld vormen de kamertjes een gammele miniatuurflat. De bezoeker moet door de knieen om het gepriegel op de vierkante millimeter te bekijken. Raam- en deurkozijnen, nachtkastjes, lampjes, beddenspreien, boekenplanken: het is verbluffend realistisch nagemaakt. Vertederd wil je naar binnen gluren, maar iets weerhoudt je ervan te zwelgen in poppenhuissentiment. Alleen de binnenkant van de kamertjes is afgewerkt, niet de buitenkant. Want daar zie je slechts kaal hout, vies met lijmresten. Echt uitnodigend is die aanblik niet. Anders dan bij een poppenhuis krijgen nieuwsgierigen de kous op de kop. Hier zitten de deurtjes potdicht. Niemand wordt een ruime blik op het interieur gegund. Wie door de raampjes naar binnen loert, heeft het gevoel in te breken in een autistisch universum. Niets in de kamertjes, wijst op contact met de buitenwereld. Geen posters aan de muur, geen radio, geen televisie. Wel veel boeken, een aquarium, en archiefkasten. Halmans laat in Amersfoort vooral zijn verlangen naar afzondering zien. Dat verlangen hebben meer hedendaagse kunstenaars. Ook schilder Erik van Lieshout ontwerpt hokken waarin je voor het geraas van de buitenwereld gevrijwaard bent. Bij het licht van een peertje laat hij je van het gebrek aan decibel genieten. Het meest bekend zijn Joep van Liesbout en consorten. In polyester hypercaravans trekken ze de wijde wereld in, met geen ander doel dan overal het recht op afzondering af te dwingen. Een mitrailleur op het dak van de auto beschermt het mobiele huis. nbsp;Maar Halmans propageert de afzondering met sanseveria's in bet vaandel en met een schemerlamp als knots. Voot het Van Limburg Stirumplein in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt maakte Halmans in 1997 een prachtige tramhalte. Daarin staan op een vensterbank twee bronzen sanseveria's. Die geven elke wachtende het gevoel nog even lekker thuis achter de gordijnen de buitenwereld te bekijken. Halmans' werk heeft ook iets manisch. Het is een vriendelijk soort manie, met absurdistische trekjes. Hij is niet te beroerd om aan de plafonds van zijn slaapkamers een aparte Tentoonstellingsruimte zonder plafond (1999) te wijden. Het is een schaalmodel van een zaal van het Stedelijk Museum, Waarin de plafonds als minimalistische schilderijen aan de muren pronken. Het museumzaaltje zelf gebruikt Halmans als (krappe)slaapkamer. Een miniatuur museumbankje, dient als hoofdkussen. Maar vergis je niet, bij zijn Voorstellen voor herinrichting (1998) van's lands grootste musea voor moderne kunst, blijkt Halmans een wolf in schaapskleren. Voor alle nieuwbouwplannen heeft hij een rigoureuze oplossing gevonden: geen museummuur zal nog overeind blijven staan. Weg met de pompeuze gebouwen, leve het groen! Wordt zijn voorstel werkelijkheid, dan zal van het Stedelijk Museum alleen nog de plattegrond zichtbaar zijn. Op het Jannis Kounellis terras kun je dan genieten van het uitzicht over de Bill Viola ligweide. Halmans maakt zich alvast op om het roer van Rudi Fuchs over te nemen, en oppertuinman van het nieuwe Stedelijk Park te worden. Vooralsnog toont Halmans in Amersfoort welk paradijs voor handen ligt, in zijn installatie Insula Dei (1999). Heerlijk is het om weg te zakken in de eikenhouten opa-leunstoel met naast je een vogelkooi, compleet met gele kanariepiet. Het beestje hipt vrolijk heen en weer. Om je heen een bos van kolossale schemerlampen: Halmans Walhalla. |